Schaken, de bekendste denksport
Onweerlegbaar: schaken is de bekendste denksport ter wereld. En misschien ook wel de moeilijkste. Want na zo’n spelletje zal het voelen alsof je hersenen op een bakplaat in de oven liggen. Mentaal dus erg vermoeiend. Maar wel extreem leuk en plezierig!
Korte geschiedenis van schaken
In principe is het geen eitje om de exacte locatie en tijdsperiode van het schaakspel te situeren. Wel kan ik je meegegeven dat het woord ‘schaak’ afkomstig is van het Perzische woord shāh. Dat kan je vertalen als ‘koning’. En ook het woord ‘mat’ (van schaakmat of in het Engels checkmate) komt uit het Perzische ‘maata’. De betekenis? Dat staat voor ‘versteld raken’. Interessant! Want dat is inderdaad het resultaat van zo’n spelletje schaken: je zult altijd met stomheid geslagen zijn. De oudste herkenbare versie van schaken werd vermoedelijk teruggevonden in het zesde-eeuwse Perzië.
Er waren wel aanwijzingen dat dit spel slechts een variant was van een nog ouder type schaken. Hierbij zouden vier personen elk aan een zijde van het schaakbord zitten. De echte pure huidige vorm van het schaken die elke denksporter vandaag beoefent, is ontstaan aan het begin van het jaar 1600. Dat gebeurde in Frankrijk, toen de dame met haar talrijke machtige mogelijkheden haar intrede deed. En zo veroverde het spel geleidelijk aan de rest van Europa. En de hele wereld!
Schaken in een notendop
Het interessante aan schaken? Elke game is onvoorspelbaar. Ja, het is vaak een raadsel welke wending het spel zal nemen. De schaakstukken zijn wel steeds dezelfde, voor elke speler: één koning, één koningin (dame), twee torens (kastelen) twee lopers (raadsheren), twee paarden en 8 pionnen. Deze verschillende stukken hebben elk een aparte ‘loop’. Dame, toren en loper kunnen in een enkele zet in een rechte lijn een onbeperkte afstand afleggen. Echter kunnen ze niet zomaar over andere stukken springen.
Indien een schaakstuk naar een veld gaat waar een stuk van de tegenpartij staat, dan wordt dit schaakstuk geslagen. Weet ook dat een veld waar een schaakstuk van de eigen partij staat, helemaal niet toegankelijk is. En daar blijft het niet bij. Bij schaken mag je de schaakstukken niet verwarren met ‘pionnen’. Alle stukken die ik hierboven heb opgesomd, mogen in eender welke richting op dezelfde manier bewegen. Maar wat betreft de pionnen in een schaakspel: deze hebben dan weer compleet andere regels.
Fases & competities
Wist je al dat ieder schaakspel bestaat uit drie fases? Deze heten respectievelijk de opening , het middenspel en het eindspel. En het extra leuke hieraan is dat deze onderdelen drie aparte strategieën vereisen. Wat een training voor de hersenen! Als je een schaakspel volgt, zie je soms gewoon hoe het brein van de spelers wordt gepijnigd. Ja, ik kan iedereen toejuichen om ooit eens naar een schaakspel te gaan kijken. Want deze denksport wordt vaak in competitievorm ‘beoefend’. De Belgische schaakbond heeft zo een interclubcompetitie met meer dan 300 ploegen over heel België. Echt een aanrader!